Na rapport maken, vragen stellen en luisteren ga ik nu in op een aantal denkvoorkeuren. waar moet je naar luisteren om de denkvoorkeuren te kunnen horen. De stap daarna is om gebruik te maken van deze denkvoorkeuren, zodat de informatie die jij over wilt brengen beter bij de ander binnenkomt.
In deel 2 heb het metaprogramma zintuigelijk kanaal met de voorkeuren zien, horen en voelen al genoemd en toegelicht. In dit blog ga ik op nog eens 3 metaprogramma’s in.
In totaal staan 60 metaprogramma’s beschreven. Hiervan zijn er 12, met in totaal 30 denkvoorkeuren, die redelijk gemakkelijk kunnen worden herkend. Zelf maak ik gemiddeld gebruik van ongeveer 20 metaprogramma’s met zo’n 50 denkvoorkeuren.
Denkvoorkeuren zijn vaste patronen in de processen waarmee we in ons denkenen informatie verwerken. Op basis van de betekenis van die informatie worden gedrag en de manier van communiceren aangestuurd. De patronen voor denken, gedrag en communicatie zijn oorspronkelijk ontstaan door ervaringen. Ze zijn gebaseerd op de betekenis van informatie van dat moment in een bepaalde context.
Een context is bijvoorbeeld: een omgeving, de mensen op dat moment, of het onderwerp dat aan de orde is. Het patroon is gerelateerd aan die context en dat betekent dat in een bepaalde context steeds hetzelfde patroon wordt gebruikt en dus ook dezelfde voorkeuren. Voor gelijksoortige contexten geldt dat hetzelfde patroon wordt gebruikt. Een belangrijke verandering creëert automatisch een andere context dan daarvoor. Bijvoorbeeld in het geval de omgeving hetzelfde blijft, maar het onderwerp verandert, of dat er een ander persoon bij komt, dan verandert toch de context en kunnen voorkeuren mee veranderen. Voor nu, voor de oefening, is het voldoende om je te richten op de voorkeur van het moment.
(meer…)